Woorden maken een verhaal!
Zonder woorden zijn er geen verhalen. Om verhalen te begrijpen, moet je dus heel wat woorden kennen en weten wat die woorden betekenen.
Woorden leer je door de taal om je heen; dat kan gesproken taal zijn met of zonder gebaren maar ook geschreven taal.
Kinderen leren heel veel nieuwe woorden en als ze een woord maar vaak genoeg gehoord hebben, kennen ze al gauw de betekenis van dat woord. Zeker als ze het steeds in een andere situatie gehoord hebben.
Om de betekenis van een woord te leren, moet je dat woord ongeveer 7 keer gehoord hebben. Het liefst op 7 verschillende momenten in verschillende situaties.
Dove en slechthorende kinderen kunnen op dezelfde manieren woorden leren als horende kinderen, maar zij hebben vaak minder kans om woorden te leren, omdat ze niet alles om zich heen goed kunnen horen.
Bij hen is het nodig om de woorden bewust aan te bieden, de woorden te ondersteunen met gebaren en heel vaak te herhalen.
Dit kunt u bijvoorbeeld doen tijdens spelletjes met uw kind, tijdens het voorlezen, tijdens het koken of bij gesprekjes met uw kind.
Doordat uw kind woorden en de gebaren vaker hoort en ziet, kan hij of zij steeds beter begrijpen wat ze betekenen.
De woorden die uw kind op deze manier leert, zijn nodig om verhalen en boeken te begrijpen.