Bespreek met uw kind wat hij/zij heeft getekend en
schrijf dat erbij.
Zo leert uw kind dat
geschreven taal gebruikt kan worden om duidelijk te maken
wat iets
betekent, voor nu of voor later.
"Zo kunnen anderen ook zien wat je getekend hebt."
Tijdens het gesprek over de tekening kunt u
nieuwe woorden aanbieden.
"Is het een marsmannetje, of ruimtewezen?"
Wanneer u
nieuwe woorden aanbiedt
herhaal het woord dan meerdere keren
tijdens het
gesprekje.
"Het ruimtewezen heeft een helm op."
"Hé, jij kijkt naar het ruimtewezen vanuit de raket!"
"Dus we hebben een ruimtewezen, een wolk en....."
Door het woord meerdere keren in een andere zin te gebruiken beklijft het beter!